Adegemse Hoeven - Plassendale


-
Adegemse Hoeven - Plassendale

Plassendale

NAAM.

Zoals de naam Plassendale het zelf zegt hebben we hier te doen met een laag gelegen gebied dat vroeger bedekt was met veenplassen. Turf kwam in de omgeving veel voor en werd vlijtig uitgegraven om dienst te doen als brandstof.

De naam van de hofstede ging over op de hele wijk.

Men sprak vroeger van de
Plassendale meersen : « te muercle tusschen der plasschedale mersch » (1486)
Plassendale dreef : « cum zuudhende anden plasschendale dreve » (1486) en
« beginnende van t’ vrauwe straetken ende eijndende jeghens den rijcken woutere van Jan Versluijs... ».
Plassendale voetwegel.

Plassendale ligt er stil en verlaten bij. De enkele bewoners huizen er gezellig te midden van de stilte van de omgevende vlakte. Van de oorspronkelijke hoeve is er niets meer overgebleven. Ze maakte plaats voor nieuwbouw. Wie hier met de wagen voorbij snort zal wel niet vermoeden dat hier eens een zeer oude hoeve werd uitgebaat.

GESCHIEDENIS

Volgens De Potter en Brouckaert draagt « de oudst gekende hoeve dezer gemeente de naam van ’t Goed te Plasschendale ; zij bestond reeds in 1340 en was in 1765 eigendom van Bernard-Antoon van Dendere ».

In 1342 treffen we in een Gentse rekening de naam aan van een zekere Lievin van Plassendale en wat later « van Livinus wijf van Plasscendale » (1).

De reeds lang verdwenen abdij van Zoetendale uit Maldegem bezat in de omgeving verschillende renten.

Rond 1550 was het Goed te Plassendale eigendom van Joos vanden Westhuuse en zijn echtgenote Christine de la Croix. Het goed had toen een oppervlakte van 30.000 roeden land en het bestond uit een taveerne (!) met stallen en schuren, 1.800 roeden bos, 300 roeden grond een eind van de boerderij gelegen en nog eens een partij land in Oostwinkel. Verder waren er nog renten met een jaarlijkse opbrengst van meer dan 830 pond tourn.

De roerende goederen werden geschat op 1.792 pond 10 sch. tourn (2). In 1565 hoorde de boerderij toe aan de « onbejaarde » kinderen van Gillis De Clercq. Gillis was gehuwd met Katheline vander Haecke. Het gezin kreeg twee kinderen: Gilleken en Tanneken.

Bij het overlijden van hun moeder werden alle onroerende goederen die zij bezat onder de twee kinderen verdeeld.


Het oude Plassendale
Het oude Plassendale in een zeer gewijzigd landschap.

Deze verdeling bestond uit :

- een hofstede van omtrent 300 roeden « met alle de huusen ende bomen daer op staende ». Deze hoeve lag « te veldeken damme, ande zuudzyde vanden straete »
- anderhalf gemet land en hofstede met het huis en de bomen erop staande eveneens in de omgeving van Veldekens.
- verder nog een boerderij op Zomergem.
- 1200 roeden land met de daarbij horende hofstede in Hansbeke.

Bij dit alles kwam aan Gilleken en Tanneken nog omtrent 12 gemeten land, bos « ende woestine » toe, of het « gherechte vierendeel van de helft schede van een goet ghenaemt plasschendale met ooc alle den huusen ende boomen ». Dit goed lag « ghemeene en onverdeelt met den kinderen vadere ende met de kinderen van Jan Vanden Westhuuse » (ongetwijfeld familie van de vorige eigenaar Joos Vanden Westhuuse) (3).

Deze Jan Vanden Westhuuse verpachtte reeds in 1580 50 gemeten land met de daarbij horende hofsteden. Een ander familielid verpachtte eveneens heel wat gronden aan diverse landbouwers.

Het goed van Plassendale was belast met een losrente van 6 pond gr. per jaar « losselick den penninck XVI ». Deze som moest betaald worden aan de weduwe van een zekere Alexander de Groote.

In 1575 komt de hoeve volledig in handen van Gilleken : « tselve kindt verstorven es bijden dood van sijne vadere en oock van Tanneken sijne zustere... ». Tussen de vele onroerende goederen welke Gilleken door het overlijden van twee van zijn naaste familieleden ten deel vielen lezen wij :